Een kleine twintig jaar na dato wordt mijn met zorg samengestelde en uiterst exclusief gedistribueerde mp3-CD met kerstliederen nog volop gedraaid in de meest extreme broeinesten van de Atheense wijk Exarchia waar de Zangeres Zonder Naam nog op handen wordt gedragen. Zo lang gaat een Spotify-playlist het niet uithouden, maar die heeft dan wel weer als voordeel dat een jaarlijkse update een fluitje van een cent is. Hierbij dus kerst zonder gezeik 2018 met oude en nieuwe favorieten, voor elk wat wils, maar géén (of toch nauwelijks) gezeik.
Clismo heeft zijn buik ondertussen alweer vol van alle kruidnoten die hij de afgelopen maand naar binnen heeft gepropt. Het gezeik over zwarte piet hangt hem ook al lang weer de keel uit. Buiten hebben alle bomen hun bladerennog en is het alle dagen 20 graden, maar heel 2018 bestaat uit zomer, dus dat telt niet. Dit is de tijd van het jaar voor de muzieklijstjes en Billy presenteert u zijn nummer 10. Hurula dus, met een EP die Oss är allt heet.
Hurula heeft bij zijn geboorte de naam Robert Pettersson meegekregen, maar geeft tegenwoordig dus de voorkeur aan Hurula. Wellicht omdat ongeveer één op de twintig Zweden Pettersson heet en de Hurula’s er wat makkelijker uitspringen. Je weet het niet. Eén van de voordelen van het luisteren naar Zweedstalige muziek voor Clismo is dat hij er niets van verstaat en begrijpt.
Robert “Hurula” Pettersson heeft zijn roots in Umeå, dat een gruwelijk eind boven Stockholm aan de Botnische golf ligt. Volgens wikipedia is de stad “al tientallen jaren een van de snelst groeiende steden van Zweden”. Dat resulteert dan in een inwonertal van zo’n 75.000 in 2005. 2005?!, vraagt u. Zijn er geen actuelere cijfers? En voor je het weet gaat het over hele andere zaken dan Robert “Hurula” Pettersson.
Terug dus naar Umeå. Waar behalve Robert ook Refused vandaan kwam. En nog zo’n 666 andere semi-legendarische punkbandjes. Die onderling allerlei bandleden deelden, dus dat waren er een stuk minder. Onze held behoorde ook tot dat roulerende clubje. Omdat hij bassist was in die bandjes en dus toch niet zoveel hoefde te oefenen hield hij weer tijd over voor het maken van tekeningen. Dat kan hij goed. Zo blijkt de kleurige collage aan de binnenkant van de klaphoes van The Cross of My Calling van T(I)NC van zijn hand te zijn.
Een paar jaar terug heeft Hurula het muzikale roer omgegooid. Terwijl zijn vrienden van The (International) Noise Conspiracy lekker de nepcommunist aan het uithangen waren in het zonnige Californië zat Robert alle winteravonden op zijn tochtige zoldertje in Umeå kansloze baspartijen in te studeren die in het oefenhok toch zouden verdrinken in geraas omdat de gitarist nou eenmaal een grotere versterker had. Robert besloot daarme te kappen en uptempo meezingers te gaan schrijven. Een gouden zet die 2018 resulteerde in Oss är allt. Op eerdere albums probeert Hurula de afvallige Refusedliefhebbers nog te vriend te houden, maar op deze EP heeft hij nóg een versnelling teruggeschakeld en de perfecte snelheid voor zijn liedjes gevonden. Clismo hoeft slechts zijn ogen te sluiten voor een visioen van de verloederde sporthal van Umeå, tot de nok toe gevuld met alcoholzuchtige huisvrouwen van middelbare leeftijd en hopeloos verliefde schooljeugd, die hun aanstekers leegbranden bij de eindeloze stroom tranentrekkers die Hurula vanaf het net te lage podium de zaal in laat echoën. Ook Umeå kan mooi zijn.
De pepers van Andra zijn dit jaar van goede kwaliteit.
Het is elk jaar afwachten wat het wordt, ook omdat Andra graag wat nieuws probeert. Soms zit er geen smaak aan. We hebben een jaar een plant gehad waarvan een sommige vruchten enorm heet waren en andere naar ordinaire paprika smaakten. Het verschil was niet te zien en alleen proefondervindelijk vast te stellen. Dat was niet altijd handig bij het koken. En dit jaar zijn ze extreem heet.
Ik had vanavond quesadillas gemaakt. Met pulled chicken. Vinden die kinderen ook lekker. Als je zo’n wit stuk kip uit het kokende water vist en uit elkaar begint te trekken gaan de speekselklieren nog niet echt los, dus ik besloot het kipprutje met courgette (die moeten altijd op) en paprika’s (ook uit eigen kas) op te pimpen met zo’n kleine peper (formaat kinderduimpje).
Op het moment dat ik het spul in de pan hakte drong mijn vergissing tot me door. Mijn neus produceerde uit het niets een paar dikke druppels en toen ik die met mijn nog niet gewassen hand wegveegde vlogen mijn neusvleugels in brand. De reacties op het prutje tussen de dubbelgevouwen pannenkoek waren een stuk minder enthousiast dan normaal. Maar die pepers zijn dus goed. En ik kon een extra tortilla nemen.
In verband met het voornemen van de familie Clismo om dit dit jaar haar tent weer eens op te slaan in Duitsland had Billy twee boeken aan zijn verjaardagslijstje toegevoegd. Die Kuh van Florian Werner (bekend van Dunkle Materie) moet hij zelf maar kopen, want het werd Germany – Memories of a Nation. En dat is een fantastisch boek. Mooi ook. En lekker dik.
Aan de hand van honderd kunstvoorwerpen* vertelt de Schotse museumdirecteur Neil MacGregor over episoden uit de Duitse geschiedenis die duizenden jaren en kilometers uiteen liggen. De hoofdstukken zijn niet al te lang, vlot geschreven, lopen lekker door elkaar heen (van Oost-Duitsland in het recente verleden naar Königsberg en Praag in de zeventiende eeuw, naar Hermann de Duitse Batavier uit het jaar nul) en zijn voorzien van heel veel toffe foto’s. (Het boek is overigens ontstaan uit een radioserie.) Ideaal voor types die, zoals Clismo, te kampen hebben met een aandachtsspannebeperking.
Prettig leesbaar, maar niet oppervlakkig. Billy heeft het gevoel dat hij uit dit boek (hij is pas halverwege) nu al meer over Duitsland heeft geleerd dan in de 40-45 voorafgaande jaren van zijn bestaan. Ook een hoop geinige dingen. Zo had hij nog nooit gehoord van de tweehonderd jaar oude Parthenonesque eregalerij Walhalla in Beieren waar rijen borstbeelden staan van Duitsers die daarvoor belangrijk genoeg geacht werden. Clismo vindt dat een hilarisch idee, mede omdat het hele hoofdstuk lang Elton John op zijn meest zeikerig Come to Val-Hala in zijn hoofd zong, maar gaat nu wel op subtiele wijze pogen op een camping niet al te ver van Regensburg terecht te komen.
* Een concept dat hij eerder heeft gebruikt en blijkbaar aanspreekt.
Dunkle Materie: Die Geschichte der Scheiße by Florian Werner
My rating: 4 of 5 stars
Drie boeken over stront achter elkaar lezen is misschien wat veel. De derde keer dat de Cloaca Maxima voor het voetlicht gehaald wordt, bestaat de neiging om de aandacht en bepaalde spieren te laten verslappen. Toch zijn de boeken van Dekkers, Waltner-Toews en Werner verschillend genoeg om het leuk te houden. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de taalgebieden van de heren, maar vooral ook met het gekozen perspectief.
Waar Waltner-Toews niet bang was om zijn handen vuil te maken, benadert Florian Werner de stront vooral filosofisch. Dat heeft tot gevolg dat het bullshitgehalte een stuk hoger is dan bij de wat meer wetenschappelijke werken. Zeker als de anale fixaties van Freud de bladzijden bevuilen. Het hoofdstuk over religie heeft Clismo maar helemaal overgeslagen. En na de bladzijdenlang doorwalmende link tussen weerzin tegen poep en angst voor de dood had hij even de neiging sein Arsch mit das restant des Buches zu wischen.
Daar tegenover staan allerlei interessante observaties, mooie voorbeelden uit o.a. de kunstwereld en volop grappige passages. Werner eindigt mooi met de vergelijking tussen boeken en stront en maakt uiteindelijk ook de lezer deelgenoot van het verteringsproces van de schrijver. Verdauerung. En lezen in het Duits viel enorm mee.
Aanrader! Dit is het boek waar Clismo bij het lezen van De kleine verlossing naar verlangde; populair wetenschappelijk met op zijn tijd een voetnoot. David Waltner-Toews begint met het bekijken van stront vanuit een ander perspectief dan het gebruikelijke. Namelijk dat van voedsel en bron van energie in samenhangende ecosystemen. Hij zoemt daarbij in (op parasieten in vogelpoep) en uit (naar de ongekende verplaatsing van voedingsstoffen op wereldwijde schaal van de laatste decennia). Lekker leesbaar geschreven. Sympathiek, met een af en toe een kwinkslag of uithaal. Zonder drammerig te worden betoogt DWT dat er heus oplossingen zijn voor de gigantische bergen stront die er in onze tijd gedumpt worden. Dat wordt zo hoopvol gebracht dat Clismo tijdens het lezen even zijn cynisme vergat en ook hoop zag gloren voor toekomstige generaties.
[twee maanden later]
Halverwege American Gods was het ineens over met het leesplezier. Het boek was geweldig begonnen en stoomde in vlot tempo door, maar Billy het ineens gehad met fictie. Allemaal verzonnen. Bah! Heeft-ie wel vaker, dus zorgen hoeft u zich niet te maken. Komt wel weer goed. Na een maand kwam Clismo’s 44e verjaardag voorbij en was hij ineens De kleine verlossing rijker. Billy wist niet eens van het bestaan af. Dat krijg je als je geen TV kijkt. Een opvolger van o.a. De vergankelijkheid en Lief dier en dan ook nog eens over poep! Is zo’n verjaardag toch nog ergens goed voor.
Het is een typisch Midas Dekkers boek. Dat wil zeggen dat het van de besmeurde hak op de ondergescheten tak springt. Vol anekdotes, interessante weetjes en regels waarbij je je afvraagt in welk boek van hem je die eerder bent tegengekomen. Dat laatste komt omdat Billy teveel van hem gelezen heeft. Vanuit zoveel mogelijk perspectieven wordt het lichaamsafval bekeken, waarbij de voorkeur uitgaat naar het onverwachte doorkijkje. In tegenstelling tot de poepboeken die tot dusverre op de plank in het secreet stonden probeert Dekkers zijn beweringen te staven met verwijzingen naar literatuur en lijken sommige vragen die Billy al jaren kwellen eindelijk beantwoord. Zo schijnt de gemiddelde drol (van wie? man? vrouw? ) zo’n 180 gram te wegen, maar waar die wijsheid vandaan komt is dan weer zoeken. Jammer. Hoe meer voetnoten, hoe liever. En nergens heeft Clismo iets gelezen over verschillen in stoelgang tussen man en vrouw, zodat die levensvraag onbeantwoord blijft.
Zoals bij al die dikke Dekkers’ is het ook gewoon prettig bladeren om plaatjes te kijken (jammer genoeg allemaal zwartwit) en her en der een stukje te lezen. En met dank aan de uitgebreide literatuurlijst heeft Clismo vrijwel direct weer twee nieuwe poepboeken aangeschaft, dus binnenkort meer.
American Gods van Neil Gaiman is het boek waar Clismo nu een kleine dertig bladzijden in op weg is. De ruim 500 bladzijden gaan er ongetwijfeld snel doorheen, want het is al dikke pret. Ook altijd fijn zijn verwijzingen naar muziek en uiteraard is er al iemand geweest (het boek is meer dan tien jaar oud) die alle op Spotify beschikbare nummers netjes achter elkaar in een playlist van een paar uur lang heeft gezet. Billy ♥ 2014.
MURDER MYSTERY
By Special CorrespondentMary Turner, wife of Richard Turner, a farmer at Ngesi, was found murdered on the front verandah of their homestead yesterday morning. The houseboy, who has been arrested, has confessed to the crime. No motive has been discovered.
It is thought he was in search of valuables.
Na keihard onderhandelen via marktplaats met Elle heeft Clismo dit boek voor € 1,50 gekocht. Eigenlijk 50 cent meer dan hij bereid was te betalen, maar omdat Elle 100 meter verderop bleek te wonen, vond Billy deze extra uitgave gerechtvaardigd. Hij had tenslotte snel een nieuw boek van een Nobelprijswinnaar nodig om te kunnen lezen en schrijven.
Zo praat men dingen goed voor zichzelf.
Het eerste hoofdstuk, dat zich afspeelt direct na de moord, is op zich al een prachtig kort verhaal, waarbij Clismo af en toe ongemakkelijk schuivend in zijn neplederen fauteuil zat. In de rest van het boek wordt langzaam – af en toe tergend langzaam – duidelijk hoe het zo gekomen is. En het ongemak neemt alleen maar toe. Die Lessing kon schrijven.*
Onvermogen om te veranderen en onvermogen tot echte communicatie is de reden dat het uit paniek geboren huwelijk van de hoofdpersoon langzaam desintegreert en uitloopt op een drama. Dit alles tegen de achtergrond van het Zuid-Afrika uit het midden van de vorige eeuw* waar de native als een handig lastdier rondloopt. Voeg een flinke scheut hitte, onvruchtbaar land, eenzaamheid, pech, armoede en uitzichtloosheid toe en je hebt een behoorlijk somber stemmend verhaal. Maar wel heel goed geschreven.
* Het boek is uit 1950. Lessing (Perzië, Rhodesië, Engeland) kreeg de Nobelprijs in 2007 en is een paar maanden terug overleden. In een later stadium van haar carrière heeft ze ook nog wat mystieke SF geschreven. Misschien probeert Clismo dat ook nog eens.
Zo! Na het oninteressante gezever over liefde, Turken in Duitsland (die amper kunnen bestaan) en Kemalisten versus Islamisten weer even een boek met een onderwerp dat wat dichter bij Billy’s realiteit staat: een buitenaardse invasie. Omdat Clismo heeft ingezien dat het hem niet gaat lukken om een jaar te overleven op de droge kost van Nobelprijswinnaars heeft hij er de winnaars van de Hugo Award aan toegevoegd om het geheel wat meer op smaak te brengen.
Na in de jaren tachtig honderden kilo’s aan SF in allerlei smaken verslonden te hebben, is Clismo in de daaropvolgende jaren blijven steken bij een aantal favorieten van wie hij vrij veel gelezen heeft. In 2014 krijgen ook anderen de kans. Waaronder Greg Bear.*
Gods smidse is een degelijke Amerikaanse pageturner. Een aantal verhaallijnen die elkaar kruisen. Korte ‘perspectieven’ die een ruimere blik verschaffen. Meer dan 400 bladzijden. Maar echt indrukwekkend wordt het ondanks de gietijzeren finale niet. Daarvoor zitten er net iets teveel wetenschappers in die allemaal ook nog eens over een voortreffelijk karakter beschikken. De enige kankerlijer uit het boek gaat dood aan leukemie. Dat wordt veel te jankerig gebracht en daarnaast nemen God en de president ook een veel te prominente plaats in. Het leest allemaal soepel weg, maar veel blijft er niet van hangen. Huiswijn uit het eetcafé. Dit boek gaat weer snel terug naar de Paardestal. Of zal ik de wereld ervan verlossen en hem bij het oud papier gooien? Dat doe ik. Maak de wereld een stukje mooier: gooi de middelmaat eruit.
* Dit boek is uitgegeven bij Meulenhoff in 1988, maar heeft blijkbaar nooit bij de Slegte in de ramsj gelegen op een moment dat Clismo geld had. Wat maar weer bewijst dat zwarte gaten en warp zones ook in het dagelijks leven wel degelijk een rol spelen.